Hoe nerveus was jij de eerste keer?
Dertien jaar geleden maakte ik de overstap naar het onderwijs. Ik kan mijn eerst les nog goed herinneren. Het was een groep eerstejaars studenten, ik was vooral bang dat ik vragen kreeg die ik niet kon beantwoorden en dat het niet zou ‘klikken’ met de groep. Naast deze spanning ervaarde ik vooral een gevoel van ‘thuiskomen’. Ik kwam thuis in een vakgebied dat mij op het lijf geschreven is en die ik naar alle waarschijnlijkheid tot het einde van mijn werkende leven zal blijven uitoefenen.
Ik ben overigens niet meer de docent van dertien jaar geleden. En hier bedoel ik niet mijn nervositeit mee die ik voelde tijdens de allereerste les. Maar daar waar ik in het begin echt aan het doceren was ben ik nu een coachende (en soms opvoedkundig) docent op het leerproces- en de ontwikkeling van de student. Hoe mooi is dat! En hoe past deze manier van ‘lesgeven’ mij.
De startende docent- en de docent in opleiding
Het afgelopen jaar heb ik de gelegenheid gekregen om samen met een groep collega’s docenten op regionaal niveau te werken aan het opleiden van en het begeleiden van startende docenten en docenten in opleiding. Want de uitval onder deze groep is erg groot! Even wat (globale) cijfers, in 2023 zal er een tekort zijn aan meer dan duizend docenten. Bij docenten onder de dertig is het uitvalpercentage hoog, in het eerste jaar valt ongeveer 23 procent uit en dit loopt op tot 31 procent na vijf jaar.
De eerste vijf jaren als docent zijn zowel kwetsbaar als vormend. Kwetsbaar omdat de kans dat de docent uitvalt nog steeds (sterk) aanwezig is en vormend omdat de basis die gelegd wordt bepalend is voor de professionalisering en verdere ontwikkeling van de docent. Het gaat hierbij niet alleen om thema’s als klassenmanagement, motivatie studenten, leerachterstanden maar denk ook aan zaken buiten het klaslokaal om zoals relaties met collega’s, leidinggevende, teamontwikkeling ect.
Met alle goede bedoelingen
Persoonlijk heb ik niet de ondersteuning gehad die wenselijk zou zijn als startende docent ondanks alle lieve collega’s om mij heen met alle goede bedoelingen. Binnen ‘no time’ was ik vol aan de bak, ontdekkend wat wel of niet werkte en ondertussen ben ik na dertien jaar door schade en schande ‘wijs’ geworden. Maar wat is ‘wijsheid’, alle ontmoetingen met student(en) en groep(en) levert mij elke jaar weer nieuwe input op. Door de jaren heen is de student veranderd (en ouders overigens ook), wordt de problematiek rondom de student heftiger, zijn maatschappelijke factoren van invloed op de student of de groep waar hij zich in bevindt.
Dat vraagt van mij als docent een enorme flexibiliteit elk jaar weer waarbij ik continu reflecteer op mijn handelen, veelvuldig in aanraking kom met normen en waarden van mijzelf (of die van de student) en tegelijkertijd mijn grenzen probeer te bewaken. Dan heb ik het nog maar alleen over wat er gebeurt in ‘mijn’ klaslokaal en niet wat er daarbuiten aan ‘mij wordt gevraagd of wat iets met mij doet’. Best veel, ik begrijp heel goed dat er uitval is.
Ervaring in doceren vraagt naast tijd en energie vooral ook aandacht voor de (startende) docent (in opleiding) zelf. Wie ben je als mens en wat laat je daarvan zien als docent, hoe authentiek ben je in je rol (of kun je zijn), wat zijn je normen en waarden, je ambities en dromen. Allerlei vragen die van belang zijn om ervoor te zorgen dat de docent een goede start kan maken en wordt behouden voor het onderwijs. Want dat is broodnodig.
Ik ben benieuwd naar de ervaringen die jij hebt (opgedaan), ik hoor graag van je.